Vrijmaken wat vastzit

 “Wim vlucht”  zegt de directeur in het afstemmingsgesprek tussen hem, Wim en mij. “Hij vlucht op de inhoud en in het ge-ja-maar. Daar reageren zijn collega’s en externe partners op. Zij ervaren weerstand.”
De organisatie zit in een transitiefase. Dat vraagt van medewerkers andere vaardigheden.  Wim kan niet meebewegen in deze veranderingen. Hij moet flinke stappen maken in zijn professionele en persoonlijke ontwikkeling. De 60-jarige Wim krijgt acht bijeenkomsten coaching.

Patronen die versterken en die beperken.

 “Wim vlucht”, zei de directeur. Vluchten is net als vechten en bevriezen een overlevings- of beschermingsmechanisme dat eerder een belangrijke functie had in je leven, meestal in je familiesysteem. Het ontstaat onbewust en je doet dit om erbij te horen, om gezien en gewaardeerd te worden. Daaruit ontstaan patronen die ons versterken, maar ook kunnen beperken.  In je volwassen leven steken ze plots de kop op als er iets in je getriggerd wordt.

Ontwarren van die patronen

Om te onderzoeken welke patronen mogelijk invloed hebben op de het werk van Wim maakten we een genogram. Dat is een familieboom met belangrijke gebeurtenissen in je familiesysteem. Een van de eerste dingen die Wim vertelde was dat hij als driejarig jongetje een ernstig ongeluk heeft gehad waarbij hij de toppen van zijn vingertjes verloor. Het gebeurde terwijl hij nieuwsgierig iets aan het onderzoeken was.
Hij herinnerde zich nog alles; de paniek, de rit naar het ziekenhuis, de manier waarop de dokter hem hielp en wat zijn moeder zei bij thuiskomst: “Dat is de straf van God”. Dit trauma had natuurlijk een enorme impact op Wim. Zijn nieuwsgierige en onderzoekende inborst kreeg een hamerslag van jewelste.

Onbewuste patronen zichtbaar maken

Later in het coachtraject had Wim een casus: “Ik sla dicht als er op een verwijtende toon met me wordt gesproken.” Ik vroeg of hij dat herkende van eerder. “Ja toen, met het ongeluk” zei hij direct. Wie zijn er belangrijk om deze vraag te onderzoeken?
In een tafelopstelling geeft Wim met poppetjes zijn moeder, vader en tweelingbroer een plek. Wat opvalt is dat hij het poppetje dat hem representeerde steeds een andere plek gaf als hij de ander in de opstelling plaatste. Het geeft mij als coach informatie dat hij het moeilijk vindt zijn plek in te nemen.
Uiteindelijk plaatst hij zichzelf tegenover zijn moeder. De moeder kijkt langs hem heen. De opstelling laat zien dat er iets in de verbinding tussen moeder en Wim te onderzoeken valt.

Wim legde matjes op de vloer voor hem en zijn moeder. Precies zoals in de tafelopstelling. Dezelfde kijkrichting, dezelfde afstand. Wim ging op zijn matje staan en voelde daardoor lijfelijk hoe het is op die plek.

In het proceswerk dat daarna volgde raakten we een diepe kern. De onmacht van moeder en haar schuldgevoel hadden zich verdikt in die ene zin: “het is de straf van God”.

Als iets klopt, dan toont zich dat in een primaire fysieke reactie. Dat gebeurde bij Wim. Hij werd stil, was diep geraakt.
Deze interventie was de sleutel waarop Wim de impact ontdekte van het trauma van dat driejarige jongetje. Zijn onderzoekende en nieuwsgierige aard kwamen weer vrij. 

Dat wat bewust is, wordt nooit meer onbewust.

In het begin van de coaching vroeg ik aan de directeur: “Hoe ziet het eruit als het is opgelost?” De directeur antwoordde:” Wim is ontspannen. Ik word weer blij van hem.” In het eindgesprek herinnerde ik hem aan zijn antwoord toen: “Ja, ik word weer blij als ik Wim aan het werk zie” was zijn antwoord.

Ja, houd me op de hoogte van activiteiten van
Het Nieuwe Nu!

Het Nieuwe Nu draait op SYS Platform SYS Platform - Platform voor Coaches & Opleiders